logoIlo

Rechtbanken beschouwen exclusieve bevoegdheid in geval van huur en pacht

Auteur: Klaus Oblin

Op 19 september 2013 heeft het Hof van Cassatie in een zaak over internationale bevoegdheid geoordeeld dat, overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de Verordening Brussel I, de rechtbanken van de lidstaat waar de onroerende goederen zich bevinden, exclusief bevoegd zijn voor zaken die betrekking hebben op rechten. achterstallig voor de huur of pacht van onroerende goederen, zonder rekening te houden met de woonplaats van de partijen.

Deze internationale exclusieve bevoegdheidskwestie vervangt de algemene bevoegdheid van de gerechten van de staat van de woonplaats van de verweerder (artikel 2 van de verordening), alsook de bijzondere bevoegdheden (artikel 5 en volgende van de verordening).

Het Europees Hof van Justitie had met betrekking tot de voorgaande regel in artikel 16 van het Verdrag van Lugano geoordeeld dat voor geschillen over onroerende goederen vaak een onderzoek en de werkzaamheden van deskundige getuigen vereist zijn, die noodzakelijkerwijs ter plaatse moeten worden verricht. Een exclusieve bevoegdheid is dus in het belang van een passende rechtsbescherming. De huur en pacht van onroerende goederen worden gewoonlijk geregeld door speciale wetten en de toepassing van deze wetten kan, gezien de complexiteit ervan, het best worden overgelaten aan de rechtbanken van de landen waar ze van toepassing zijn.

Deze redenering is echter niet van toepassing indien het hoofdonderwerp van de overeenkomst van een andere aard is, met name indien deze van toepassing is op de huur van een winkel. De term "huur en pacht van een onroerend goed" moet derhalve niet worden uitgelegd als een overeenkomst inzake de huur van een winkel waar een dergelijke winkel wordt geëxploiteerd in een onroerend goed dat de verhuurder zelf van een derde heeft gehuurd.

Een rechtszaak die voortvloeit uit de huur van een hotel of een winkel is niet onderworpen aan de exclusieve bevoegdheid van artikel 22 van de Verordening Brussel I en een overeenkomst over de bevoegdheid is dus toegestaan.

Eindnoten

(1) Zaak 2 Ob 63/13y.