logo

Arbitrage 2021

Auteur: Dr. Klaus Oblin

WETTEN EN INSTELLINGEN

Multilaterale verdragen met betrekking tot arbitrage

1. Is uw rechtsgebied een verdragsluitende staat bij het Verdrag van New York inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken? Sinds wanneer is het verdrag van kracht? Zijn er verklaringen afgelegd of kennisgevingen gedaan in het kader van de artikelen I, X en XI van het verdrag? Bij welke andere multilaterale verdragen inzake internationale handels- en investeringsarbitrage is uw land partij?

Oostenrijk heeft de volgende multilaterale verdragen met betrekking tot arbitrage geratificeerd:

  • het Verdrag van New York van 31 juli 1961 (Oostenrijk heeft een kennisgeving krachtens artikel I, lid 3, gedaan, waarin het verklaart dat het alleen de in andere verdragsluitende staten gewezen vonnissen zal erkennen en ten uitvoer leggen);
  • het Protocol inzake arbitrageclausules, Genève, 13 maart 1928;
  • het Verdrag inzake de tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken, Genève, 18 oktober 1930;
  • het Europees Verdrag inzake internationale handelsarbitrage (en de overeenkomst betreffende de toepassing ervan) van 4 juni 1964; en
  • het Verdrag inzake de beslechting van geschillen betreffende investeringen, 24 juni 1971.

Bilaterale investeringsverdragen

2 Bestaan er bilaterale investeringsverdragen met andere landen?

Oostenrijk heeft 69 bilaterale investeringsverdragen ondertekend, waarvan 62 zijn geratificeerd, namelijk met Albanië, Algerije, Argentinië, Armenië, Azerbeidzjan, Bangladesh, Wit-Rusland, Belize, Bolivia, Bosnië, Bulgarije, Kaapverdië, Chili, China, Kroatië, Cuba, Tsjechië, Egypte, Estland, Ethiopië, Georgië, Guatemala, Hongkong, Hongarije, India, Iran en Jordanië, Kazachstan, Koeweit, Letland, Libanon, Libië, Litouwen, Macedonië, Maleisië, Malta, Mexico, Moldavië, Mongolië, Montenegro, Marokko, Namibië, Oman, Paraguay, de Filippijnen, Polen, Roemenië, Rusland, Saoedi-Arabië, Servië, Slowakije, Slovenië, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Tadzjikistan, Tunesië, Turkije, Oekraïne, de Verenigde Arabische Emiraten, Oezbekistan, Vietnam en Jemen.

Oostenrijk is ook partij bij een aantal andere bilaterale verdragen die geen investeringsverdragen zijn, voornamelijk met de buurlanden.

Nationaal arbitragerecht

3 Wat zijn de voornaamste nationale rechtsbronnen met betrekking tot binnen- en buitenlandse arbitrageprocedures en de erkenning en tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen?

Het arbitragerecht is vervat in de artikelen 577 tot en met 618 van het Oostenrijkse wetboek van burgerlijke rechtsvordering (CCP). Deze bepalingen regelen zowel binnenlandse als internationale arbitrageprocedures.

De erkenning van buitenlandse vonnissen is geregeld in de eerder genoemde multilaterale en bilaterale verdragen. De tenuitvoerleggingsprocedures zijn geregeld in de Oostenrijkse tenuitvoerleggingswet.

Binnenlandse arbitrage en UNCITRAL

4 Is uw nationale arbitragewet gebaseerd op de UNCITRAL-modelwet? Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen uw nationale arbitragewet en de UNCITRAL-modelwet?

Zoals in de meeste landen weerspiegelt de wet niet elk aspect van de UNCITRAL-modelwet. De belangrijkste kenmerken zijn echter wel ingevoerd.

Anders dan de UNCITRAL-modelwet maakt de Oostenrijkse wet geen onderscheid tussen binnenlandse en internationale arbitrages, of tussen commerciële en niet-commerciële arbitrages. Daarom zijn specifieke regels van toepassing op arbeids- en consumentgerelateerde zaken.

Verplichte bepalingen

5 Wat zijn de dwingende bepalingen van nationaal arbitragerecht inzake de procedure waarvan partijen niet mogen afwijken?

Het staat de partijen vrij om binnen de grenzen van de dwingende bepalingen van de CCP overeenstemming te bereiken over de procedureregels (bijvoorbeeld door te verwijzen naar specifieke arbitrageregels). Indien de partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een geheel van regels, of geen eigen regels hebben opgesteld, moet het scheidsgerecht, met inachtneming van de dwingende bepalingen van de CCP, de arbitrage voeren op een wijze die het geschikt acht. Verplichte regels voor de arbitrageprocedure houden onder meer in dat de arbiters onpartijdig en onafhankelijk moeten zijn en blijven. Zij moeten alle omstandigheden bekendmaken die aanleiding kunnen geven tot twijfel over hun onpartijdigheid of onafhankelijkheid. De partijen hebben het recht om op een eerlijke en gelijke wijze te worden behandeld en om hun zaak uiteen te zetten. Verdere bindende regels betreffen de arbitrale uitspraak, die schriftelijk moet worden gedaan, en de gronden waarop een uitspraak kan worden aangevochten.

Inhoudelijk recht

6 Bestaat er in uw nationale arbitragewetgeving een regel die het scheidsgerecht aanwijzingen geeft over de vraag welk materieel recht moet worden toegepast op de grond van het geschil?

Een scheidsgerecht moet het door de partijen gekozen materiële recht toepassen, bij gebreke waarvan het het door hem geschikt geachte recht moet toepassen. Een beslissing op grond van de billijkheid is alleen toegestaan als de partijen uitdrukkelijk hebben ingestemd met een beslissing op grond van de billijkheid (artikel 603 CCP).

Arbitrage-instellingen

7 Wat zijn de meest prominente arbitrage-instellingen in uw rechtsgebied?

Het Weens Internationaal Arbitragecentrum (VIAC) (www.viac.eu) beheert internationale arbitrageprocedures op grond van zijn reglement voor arbitrage en verzoening (2013) (het Weens reglement). De honoraria van de arbiters worden berekend op basis van het bedrag van het geschil. Er gelden geen beperkingen ten aanzien van de plaats en de taal van de arbitrage.

De Weense grondstoffenbeurs op de Weense beurs heeft een eigen arbitragehof en een eigen aanbevolen arbitrageclausule.

Bepaalde beroepsorganisaties en -kamers stellen hun eigen regels vast of voeren een arbitrageprocedure, of beide.

De Internationale Kamer van Koophandel is rechtstreeks aanwezig via haar Oostenrijkse Nationale Comité.

ARBITRAGEOVEREENKOMST

Arbitrbitragegeschiktheid

8 Zijn er soorten geschillen die niet vatbaar zijn voor arbitrage?

In principe is elke eigendomsclaim arbitrair. Niet-eigendomsvorderingen zijn nog steeds arbitrair als de wet toestaat dat het geschil door de partijen wordt beslecht.

Er zijn enkele uitzonderingen in het familierecht of coöperatief appartementeigendom.

Consumenten- en arbeidsgerelateerde zaken zijn alleen arbitrair als de partijen een arbitrageovereenkomst sluiten nadat het geschil is ontstaan.

Vereisten

9 Welke formele en andere vereisten gelden voor een arbitrageovereenkomst?

Een arbitrageovereenkomst moet:

  • de partijen voldoende te specificeren (zij moeten ten minste bepaalbaar zijn);
  • het onderwerp van het geschil voldoende te specificeren met betrekking tot een bepaalde rechtsverhouding (deze moet ten minste bepaalbaar zijn en kan worden beperkt tot bepaalde geschillen, of alle geschillen omvatten);
  • de intentie van de partijen om het geschil door middel van arbitrage te laten beslechten voldoende te specificeren, waardoor de bevoegdheid van de staatsrechtbanken wordt uitgesloten; en
  • worden opgenomen in een schriftelijk document dat door de partijen is ondertekend of in faxen, e-mails of andere mededelingen die tussen de partijen worden uitgewisseld en waarin het bewijs van een overeenkomst wordt bewaard.

Een duidelijke verwijzing naar algemene voorwaarden die een arbitrageclausule bevatten, is voldoende.

Afdwingbaarheid

10 In welke omstandigheden is een arbitrageovereenkomst niet meer afdwingbaar?

Arbitrageovereenkomsten en -clausules kunnen worden aangevochten op grond van de algemene beginselen van het contractenrecht, met name op grond van dwaling, bedrog of dwang, of handelingsonbekwaamheid. Er bestaat controverse over de vraag of een dergelijke betwisting voor het arbitragetribunaal dan wel voor een rechterlijke instantie moet worden gebracht. Indien de partijen bij een overeenkomst die een arbitragebeding bevat, hun overeenkomst ontbinden, wordt het arbitragebeding geacht niet langer afdwingbaar te zijn, tenzij de partijen uitdrukkelijk overeenstemming hebben bereikt over de voortzetting van het arbitragebeding. In geval van insolvabiliteit of overlijden is de curator of rechtsopvolger in het algemeen aan de arbitrageovereenkomst gebonden. Een arbitrageovereenkomst is niet langer afdwingbaar indien een scheidsgerecht een vonnis ten gronde heeft gewezen of indien een rechtbank een eindvonnis ten gronde heeft gewezen en de beslissing betrekking heeft op alle aangelegenheden waarvoor arbitrage was overeengekomen.

Scheidbaarheid

11 Bestaan er bepalingen over de scheidbaarheid van arbitrageovereenkomsten van de hoofdovereenkomst?

Volgens het UNCITRAL-modelrecht geldt de scheidbaarheid van de overeenkomst tot arbitrage van de hoofdovereenkomst als rechtsregel. Naar Oostenrijks recht wordt deze scheidbaarheid afgeleid uit de ́ bedoelingen van de partijen.

Derden - gebonden door de overeenkomst tot arbitrage

12 In welke gevallen kunnen derden of niet-ondertekenaars door een arbitrageovereenkomst worden gebonden?

Als algemeen beginsel geldt dat alleen de partijen bij de arbitrageovereenkomst daaraan gebonden zijn. Rechtbanken zijn terughoudend om derden aan de arbitrageovereenkomst te binden. Begrippen zoals het doorprikken van de "corporate veil" en "groups of company" zijn dus doorgaans niet van toepassing.

Een rechtsopvolger is echter gebonden aan de arbitrageovereenkomst die zijn of haar voorganger heeft gesloten. Dit geldt ook voor de curator en de erfgenaam van een overledene.

Derden - deelname

13 Zijn er in uw nationale arbitragewet bepalingen opgenomen met betrekking tot de deelname van derden aan arbitrage, zoals voeging of kennisgeving aan derden?

Normaal gesproken is voor de voeging van een derde aan een arbitrage de overeenkomstige instemming van de partijen vereist, die uitdrukkelijk of stilzwijgend kan zijn (bv. door verwijzing naar arbitrageregels die in voeging voorzien). De instemming kan worden gegeven op het tijdstip waarop het verzoek om voeging wordt gedaan of in een eerder stadium van de overeenkomst zelf. In de wet wordt de kwestie grotendeels besproken in de context van een tussenkomst door een derde partij die een belang heeft bij de arbitrage. Hier wordt betoogd dat een dergelijke derde-partij interveniënt partij moet zijn bij de arbitrageovereenkomst of zich anderszins moet onderwerpen aan de bevoegdheid van het scheidsgerecht, en dat alle partijen, met inbegrip van de interveniënt, moeten instemmen met de interventie.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de toetreding van een derde tot een arbitrageprocedure tegen zijn wil, of de uitbreiding van de bindende werking van een arbitraal vonnis voor een derde, in strijd zou zijn met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, indien de derde niet dezelfde rechten zou krijgen als de partijen (bv. het recht om te worden gehoord).

Groepen van bedrijven

14 Strekken rechtbanken en scheidsgerechten in uw rechtsgebied een arbitrageovereenkomst uit tot niet-ondertekenende moeder- of dochtermaatschappijen van een ondertekenende vennootschap, mits de niet-ondertekenende vennootschap op een of andere manier betrokken was bij de sluiting, uitvoering of beëindiging van de overeenkomst in kwestie, op grond van de doctrine van het "concern van ondernemingen"?

De bedrijfsdoctrine van de groep wordt in het Oostenrijkse recht niet erkend.

Meerpartijen-arbitrageovereenkomsten

15 Wat zijn de vereisten voor een geldige meerpartijenarbitrageovereenkomst?

Meerpartijenarbitrageovereenkomsten kunnen worden aangegaan onder dezelfde formele voorwaarden als arbitrageovereenkomsten.

Consolidatie

16 Kan een scheidsgerecht in uw rechtsgebied afzonderlijke arbitrale procedures samenvoegen? In welke omstandigheden?

De consolidatie van arbitrageprocedures wordt niet uitdrukkelijk geregeld door het Oostenrijkse recht. In de rechtsleer wordt echter gesteld dat het toelaatbaar is, mits de partijen en de arbiters daarmee instemmen.

OPRICHTING VAN HET SCHEIDSGERECHT

Geschiktheid van scheidsrechters

17 Zijn er beperkingen ten aanzien van wie als arbiter mag optreden? Zouden contractueel vastgelegde vereisten voor scheidsrechters op grond van nationaliteit, godsdienst of geslacht worden erkend door de rechtbanken in uw rechtsgebied?

Alleen fysieke personen kunnen als scheidsrechter worden benoemd. Het statuut voorziet niet in specifieke kwalificaties, maar de partijen kunnen dergelijke vereisten overeenkomen. Actieve rechters mogen volgens het statuut dat hun beroep regelt niet als arbiter optreden.

Achtergrond van de arbiters

18 Wie treden in uw rechtsgebied regelmatig als scheidsrechter op?

Of zij nu worden aangewezen door een tot aanstelling bevoegd gezag of worden voorgedragen door de partijen, van arbiters kan worden verlangd dat zij beschikken over een bepaalde ervaring en achtergrond met betrekking tot het specifieke geschil dat aan de orde is. Dergelijke vereisten kunnen onder meer betrekking hebben op beroepskwalificaties op een bepaald gebied, juridische bekwaamheid, technische deskundigheid, talenkennis of het bezit van een bepaalde nationaliteit.

Veel scheidsrechters zijn advocaten in privé-praktijken; anderen zijn academici. In enkele geschillen, die voornamelijk technische kwesties betreffen, maken technici en advocaten deel uit van het panel.

Kwalificatie-eisen kunnen worden opgenomen in een arbitrageovereenkomst, wat grote zorgvuldigheid vereist omdat het obstakels kan opwerpen in het benoemingsproces (d.w.z. een argument over de vraag of aan de overeengekomen eisen wordt voldaan).

Standaard benoeming van arbiters

19 Wat is, bij gebreke van een voorafgaand akkoord tussen de partijen, het standaardmechanisme voor de benoeming van scheidsrechters?

De rechtbanken zijn bevoegd om de noodzakelijke standaardbenoemingen te doen indien de partijen het niet eens worden over een andere procedure en indien een partij geen arbiter benoemt, de partijen niet tot overeenstemming kunnen komen over een enkele arbiter, of de arbiters hun voorzitter niet benoemen.

Uitdaging en vervanging van arbiters

20 Op welke gronden en hoe kan een arbiter worden gewraakt en vervangen? Gelieve in het bijzonder in te gaan op de gronden voor wraking en vervanging, en de procedure, met inbegrip van wraking voor de rechter. Is er een tendens om de IBA-richtsnoeren inzake belangenconflicten in internationale arbitrage toe te passen of om richtsnoeren te vragen?

Uitdaging van arbiters

Een arbiter kan alleen worden aangevochten als er omstandigheden zijn die aanleiding geven tot gerechtvaardigde twijfels over zijn of haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid, of als hij of zij niet over de door de partijen overeengekomen kwalificaties beschikt. De partij die een arbiter heeft benoemd, kan zich bij haar wraking niet beroepen op omstandigheden die zij op het moment van de benoeming kende (artikel 588 CCP).

Verwijdering van arbiters

Een arbiter kan uit zijn functie worden ontheven indien hij niet in staat is zijn taken uit te voeren, of indien hij zich niet binnen een redelijke termijn van zijn taken kwijt (artikel 590 CCP).

Arbiters kunnen worden verwijderd, hetzij door middel van wraking, hetzij door beëindiging van hun mandaat. In beide gevallen is het uiteindelijk de rechter die op verzoek van één partij beslist. Indien de opdracht van de arbiter voortijdig wordt beëindigd, moet de vervangende arbiter worden benoemd op dezelfde wijze als de vervangende arbiter is benoemd.

In een recente zaak heeft het Hooggerechtshof zich gebogen over de gronden voor wraking, waarbij het de tegenstrijdige standpunten van geleerden heeft geanalyseerd over de vraag of, en zo ja in hoeverre, wraking moet worden toegestaan na een definitief vonnis. In zijn analyse heeft het hof ook de IBA-richtsnoeren aangehaald en erop gesteund.

Relatie tussen partijen en arbiters

21 Wat is de relatie tussen partijen en arbiters? Gelieve nader in te gaan op de contractuele verhouding tussen partijen en scheidsrechters, de neutraliteit van door partijen aangestelde scheidsrechters, de bezoldiging en de kosten van scheidsrechters.

In ad hoc-arbitrage moet een overeenkomst voor arbiters worden gesloten waarin hun rechten en plichten worden geregeld. Deze overeenkomst dient een honorariumregeling te bevatten (bijvoorbeeld op basis van een officieel tarief voor juridische kosten, uurtarieven of op een andere wijze) en het recht van de arbiters op vergoeding van hun verschotten. Hun taken omvatten het verloop van de procedure, alsmede het opstellen en ondertekenen van het vonnis.

Taken van de arbiters

22 Wat zijn de openbaarmakingsverplichtingen van arbiters met betrekking tot onpartijdigheid en onafhankelijkheid gedurende de gehele arbitrale procedure?

Krachtens artikel 588 CCP moet een arbiter in elk stadium van de procedure alle omstandigheden bekendmaken die twijfel zouden kunnen doen rijzen over zijn of haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid, of die in strijd zijn met de overeenkomst tussen de partijen. Onafhankelijkheid wordt gedefinieerd als de afwezigheid van nauwe financiële of andere banden tussen de arbiter en een van de partijen. Onpartijdigheid is nauw verwant met onafhankelijkheid, maar verwijst eerder naar de houding van de arbiter. Een arbiter kan met succes worden gewraakt indien objectief gerechtvaardigde twijfel over zijn of haar onpartijdigheid of onafhankelijkheid kan worden vastgesteld.

Immuniteit van arbiters van aansprakelijkheid

23 In hoeverre zijn arbiters vrijgesteld van aansprakelijkheid voor hun gedrag tijdens de arbitrage?

Als een arbiter zijn of haar aanstelling heeft aanvaard, maar vervolgens weigert zijn of haar taken tijdig of helemaal niet uit te voeren, kan hij of zij aansprakelijk worden gesteld voor de schade als gevolg van de vertraging (artikel 594 van het Wetboek van Vennootschappen). Indien een vonnis in een latere gerechtelijke procedure is vernietigd en een arbiter op onrechtmatige en onzorgvuldige wijze schade aan de partijen heeft toegebracht, kan hij of zij aansprakelijk worden gesteld. De overeenkomsten van arbiters en het arbitragereglement van arbitrale instellingen bevatten vaak uitsluitingen van aansprakelijkheid.

JURISDICTIE EN BEVOEGDHEID VAN HET SCHEIDSGERECHT

Gerechtelijke procedure in strijd met arbitrageovereenkomsten

24 Wat is de procedure voor geschillen over de rechterlijke bevoegdheid indien ondanks een bestaande arbitrageovereenkomst een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, en welke termijnen gelden er voor bezwaren inzake de rechterlijke bevoegdheid?

De wet bevat geen uitdrukkelijke regels over de rechtsmiddelen die beschikbaar zijn indien in strijd met een arbitrageovereenkomst een gerechtelijke procedure wordt ingeleid, of indien in strijd met een bevoegdheidsclausule een arbitrageprocedure wordt ingeleid (anders dan een afwijzende beslissing over de kosten in een procedure die in eerste instantie niet had mogen worden ingeleid).

Indien een partij een rechtsvordering instelt bij een gerecht, hoewel de zaak het voorwerp uitmaakt van een arbitrageovereenkomst, moet de verweerder de bevoegdheid van het gerecht aanvechten voordat hij zich over het voorwerp zelf uitspreekt, namelijk op de eerste zitting of in zijn verweerschrift. Het gerecht moet dergelijke vorderingen in het algemeen afwijzen indien de verweerder de bevoegdheid van het gerecht tijdig heeft betwist. De rechter moet de vordering niet afwijzen indien hij vaststelt dat de arbitrageovereenkomst niet bestaat, ongeldig of onuitvoerbaar is.

Bevoegdheid van het scheidsgerecht

25 Wat is de procedure voor geschillen over de bevoegdheid van het scheidsgerecht nadat de arbitrageprocedure is ingeleid, en welke termijnen gelden er voor bezwaren in verband met de bevoegdheid?

Een scheidsgerecht kan zich over zijn eigen bevoegdheid uitspreken in een afzonderlijke uitspraak of in het eindvonnis ten gronde. Een partij die de bevoegdheid van het scheidsgerecht wenst te betwisten, moet dit uiterlijk bij de eerste memorie in het geding aan de orde stellen. De benoeming van een arbiter, of de deelneming van een partij aan de benoemingsprocedure, staat er niet aan in de weg dat een partij de exceptie van bevoegdheid opwerpt. Een laattijdig middel mag niet in overweging worden genomen, tenzij het scheidsgerecht de vertraging gerechtvaardigd acht en het middel toelaat. Zowel rechterlijke instanties als scheidsgerechten kunnen bevoegdheidsbezwaren vaststellen.

ARBITRAGEPROCEDURE

Plaats en taal van de arbitrage en rechtskeuze

26 Wat is, bij gebreke van voorafgaande overeenstemming tussen de partijen, de standaardregeling voor de plaats van arbitrage en de taal van het arbitraal geding? Hoe wordt het materiële recht van het geschil bepaald?

Indien de partijen geen overeenstemming hebben bereikt over een plaats van arbitrage en over de taal van het arbitrageproces, is het aan het scheidsgerecht om een geschikte plaats en taal te bepalen. Op grond van artikel 604 van de CCP zijn de partijen vrij in de keuze van het materiële recht. Bij gebreke van een dergelijke overeenkomst is het aan het scheidsgerecht om het recht te kiezen dat het passend acht. Het scheidsgerecht kan niet ex aequo et bono beslissen, tenzij de partijen daartoe toestemming hebben gegeven.

Aanvang van de arbitrage

27 Hoe worden arbitrageprocedures ingeleid?

Volgens het wettelijk recht moet de eiser een verklaring indienen waarin de feiten waarop hij zich wil beroepen, en zijn of haar verzoeken tot tegemoetkoming worden uiteengezet. De verklaring moet worden ingediend binnen de tussen de partijen overeengekomen of door het scheidsgerecht vastgestelde termijn. De eiser kan op dat moment relevante bewijsstukken overleggen. De verweerder dient dan zijn of haar verweerschrift in.

Volgens de Weense regels moet de eiser een schadeclaim indienen bij het secretariaat van de VIAC. Deze verklaring moet de volgende informatie bevatten

  • de volledige namen, adressen en andere contactgegevens van de partijen;
  • een verklaring van de feiten en een specifiek verzoek om hulp;
  • indien het gevraagde reliëf niet uitsluitend betrekking heeft op een bepaald geldbedrag, de geldwaarde van elke afzonderlijke vordering op het moment van indiening van de verklaring van schuldvordering;
  • gegevens over het aantal arbiters;
  • de benoeming van een arbiter indien een panel van drie arbiters is overeengekomen of gevraagd, of een verzoek tot benoeming van de arbiter; en
  • bijzonderheden betreffende de arbitrageovereenkomst en de inhoud ervan.

Horen van

28 Is een hoorzitting vereist en welke regels zijn van toepassing?

Mondelinge hoorzittingen vinden plaats op verzoek van een partij of indien het scheidsgerecht dit nodig acht (artikel 598 CCP en artikel 30 van het Weense reglement).

Bewijsmateriaal

29 Aan welke regels is het scheidsgerecht gebonden bij het vaststellen van de feiten van de zaak? Welke soorten bewijs worden toegelaten en hoe verloopt de bewijsverkrijging?

Het wettelijk recht bevat geen specifieke regels voor de bewijsverkrijging in arbitrageprocedures. De scheidsgerechten zijn gebonden aan de regels inzake bewijsverkrijging, die de partijen eventueel zijn overeengekomen. Bij gebrek aan dergelijke regels staat het het scheidsgerecht vrij om naar eigen goeddunken bewijzen te verzamelen en te beoordelen (artikel 599 van het Wetboek van Vennootschappen). De scheidsgerechten hebben de bevoegdheid om deskundigen aan te wijzen (en om van de partijen te eisen dat zij de deskundigen alle relevante informatie verstrekken, of om relevante documenten, goederen of andere zaken voor te leggen of ter inzage te geven), getuigen, partijen of partijfunctionarissen te horen. De scheidsgerechten zijn echter niet bevoegd om de aanwezigheid van partijen of getuigen af te dwingen.

In de praktijk geven partijen arbitragetribunalen vaak toestemming om als leidraad te verwijzen naar de IBA Rules on the Taking of Evidence (IBA Rules). Indien regels zoals de IBA Rules worden aangehaald of overeengekomen, is de reikwijdte van de openbaarmaking vaak ruimer dan de openbaarmaking in een geding (die naar Oostenrijks recht vrij beperkt is). Het scheidsgerecht moet de partijen in de gelegenheid stellen om kennis te nemen van en opmerkingen te maken over het overgelegde bewijs en het resultaat van de bewijsprocedure (artikel 599 CCP).

Betrokkenheid van de rechtbank

30 In welke gevallen kan het scheidsgerecht de hulp van een rechter inroepen en in welke gevallen kan de rechter tussenbeide komen?

Een scheidsgerecht kan de hulp van een rechtbank inroepen:

  • een voorlopige of bewarende maatregel van het scheidsgerecht ten uitvoer te leggen (artikel 593 van de CCP); of
  • gerechtelijke handelingen te verrichten wanneer het scheidsgerecht daartoe niet bevoegd is (het oproepen van getuigen, het horen van getuigen onder ede en het bevelen van de openbaarmaking van documenten), met inbegrip van het verzoeken van buitenlandse rechtbanken en autoriteiten om dergelijke handelingen te verrichten (artikel 602 CCP).

Een rechtbank kan alleen ingrijpen in arbitrages als dit uitdrukkelijk in de CCP is voorzien. De rechtbank kan (of moet) met name ingrijpen:

  • voorlopige of beschermende maatregelen toe te staan (artikel 585 van het communautair douanewetboek);
  • arbiters te benoemen (artikel 587 van de CCP); en
  • beslissen over de wraking van een arbiter als:

Vertrouwelijkheid

31 Is de vertrouwelijkheid gewaarborgd?

Het CCP voorziet niet uitdrukkelijk in de vertrouwelijkheid van arbitrage, maar de partijen kunnen vertrouwelijkheid overeenkomen. Voorts kan een partij in een gerechtelijke procedure tot vernietiging van een arbitraal vonnis en in een procedure tot vaststelling van het al dan niet bestaan van een arbitraal vonnis, of in zaken die worden geregeld door de artikelen 586 tot en met 591 CCP (bv. wraking van arbiters), de rechtbank verzoeken het publiek van de zitting uit te sluiten, indien de partij een gerechtvaardigd belang van de uitsluiting van het publiek kan aantonen.

VOORLOPIGE MAATREGELEN EN SANCTIEBEVOEGDHEDEN

Voorlopige maatregelen van de rechtbanken

32 Welke voorlopige maatregelen kunnen door de rechter worden gelast vóór en na de inleiding van de arbitrageprocedure?

Zowel de bevoegde rechtbank als een scheidsgerecht zijn bevoegd om voorlopige maatregelen te nemen ter ondersteuning van een arbitrageprocedure. De partijen kunnen de bevoegdheid van het scheidsgerecht tot het nemen van voorlopige maatregelen uitsluiten, maar zij kunnen de bevoegdheid van het gerecht tot het nemen van voorlopige maatregelen niet uitsluiten. De tenuitvoerlegging van voorlopige maatregelen valt onder de exclusieve bevoegdheid van de rechtbanken.

Ter ondersteuning van geldvorderingen kan de rechtbank voorlopige maatregelen toestaan als er reden is om aan te nemen dat de schuldenaar de tenuitvoerlegging van een latere uitspraak zou verhinderen of belemmeren door zijn of haar vermogen te beschadigen, te vernietigen, te verbergen of mee te nemen (met inbegrip van nadelige contractuele bepalingen).

De volgende remedies zijn beschikbaar:

  • de plaatsing van geld of roerende goederen in bewaring bij de rechtbank;
  • een verbod om roerende goederen te vervreemden of te verpanden;
  • een beslagleggingsbevel met betrekking tot de vorderingen van de schuldenaar (inclusief bankrekeningen);
  • het beheer van onroerende goederen; en
  • een beperking op de vervreemding of verpanding van onroerende goederen, die in het kadaster moet worden ingeschreven.

Ter ondersteuning van niet-geldelijke vorderingen kan de rechter soortgelijke voorlopige maatregelen nemen als die welke hierboven met betrekking tot geldvorderingen zijn genoemd. Bevelen tot huiszoeking zijn niet beschikbaar in civiele zaken.

Bevelen die door een buitenlands scheidsgerecht (artikel 593 CCP) of door een buitenlandse rechtbank zijn gegeven, kunnen onder bepaalde omstandigheden in Oostenrijk ten uitvoer worden gelegd. De tenuitvoerleggingsmaatregelen moeten echter verenigbaar zijn met het Oostenrijkse recht.

Tussentijdse maatregelen door een nood-arbiter

33 Voorziet uw nationale arbitragewet of voorzien de regels van de hierboven genoemde nationale arbitrage-instellingen in een noodarbiter voorafgaand aan de samenstelling van het scheidsgerecht?

De staatswet voorziet niet in een nood-arbiter.

Voorlopige maatregelen van het scheidsgerecht

34 Welke voorlopige maatregelen kan het scheidsgerecht bevelen nadat het is samengesteld? In welke gevallen kan het scheidsgerecht een kostenwaarborg gelasten?

Een scheidsgerecht heeft ruime bevoegdheden om op verzoek van een partij voorlopige maatregelen te gelasten indien het dit noodzakelijk acht om de tenuitvoerlegging van een vordering veilig te stellen of om onherstelbare schade te voorkomen. In tegenstelling tot voorlopige maatregelen die beschikbaar zijn in gerechtelijke procedures, is een scheidsgerecht niet beperkt tot een reeks opgesomde maatregelen. De rechtsmiddelen moeten echter verenigbaar zijn met het executierecht, om moeilijkheden in het stadium van de tenuitvoerlegging te vermijden. Het wettelijke recht voorziet niet in een zekerheid voor de kosten in arbitrageprocedures.

Sanctiebevoegdheden van het scheidsgerecht

35 Is het scheidsgerecht op grond van uw nationale arbitragewet of de regels van de hierboven genoemde nationale arbitrage-instellingen bevoegd om sancties op te leggen aan partijen of hun raadslieden die zich bedienen van "guerrillatactieken" in arbitrage? Kunnen aan raadslieden sancties worden opgelegd door het scheidsgerecht of de binnenlandse arbitrage-instellingen?

De scheidsgerechten beschikken over een ruime discretionaire bevoegdheid om voorlopige maatregelen te bevelen als manier om met guerrillatactieken om te gaan. Zij kunnen de procedure in extreme gevallen opschorten of zelfs een arbitrage met vooroordeel afwijzen als sanctie voor het opzettelijk wangedrag van een partij of van haar raadsman.

De scheidsgerechten kunnen ook een zekerheidsstelling voor de kosten bevelen.

Voorts is het een algemeen aanvaarde mogelijkheid dat arbiters negatieve gevolgtrekkingen maken uit het feit dat een partij niet aan de verzoeken van het scheidsgerecht voldoet. Indien een partij bijvoorbeeld weigert om documenten over te leggen, kan het scheidsgerecht ervan uitgaan dat de documenten informatie bevatten die de positie van de partij in gevaar zou brengen.

Een andere zeer effectieve maatregel om het wangedrag van een partij te reguleren, is het toekennen van kosten in de uiteindelijke gunning.

Oostenrijkse advocaten zijn gebonden aan de beroepsethiek wanneer zij optreden als raadsman bij arbitrages (ongeacht of zij in Oostenrijk of in het buitenland worden vastgehouden). Buitenlandse advocaten die in Oostenrijk in arbitrages optreden, zijn niet gebonden aan de Oostenrijkse beroepsethiek.

WAARSCHUWINGEN

Beslissingen van het scheidsgerecht

36 Is het bij gebreke van overeenstemming tussen partijen voldoende dat het scheidsgerecht beslist bij meerderheid van stemmen van al zijn leden of is eenparigheid van stemmen vereist? Wat zijn de gevolgen voor het vonnis indien een arbiter het oneens is?

Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, is het voldoende dat het arbitraal vonnis geldig is indien het door een meerderheid van de arbiters is gewezen en ondertekend. De meerderheid moet worden berekend op basis van alle benoemde arbiters en niet alleen van de aanwezige arbiters. Indien het scheidsgerecht voornemens is een beslissing te nemen over het arbitraal vonnis zonder dat al zijn leden aanwezig zijn, dient het de partijen vooraf van zijn voornemen op de hoogte te stellen (artikel 604 CDW).

Een arbitraal vonnis dat door een meerderheid van de arbiters is ondertekend, heeft dezelfde juridische waarde als een unaniem vonnis.

Oostenrijkse advocaten zijn gebonden aan de beroepsethiek wanneer zij optreden als raadsman bij arbitrages (ongeacht of zij in Oostenrijk of in het buitenland worden vastgehouden). Buitenlandse advocaten die in Oostenrijk in arbitrages optreden, zijn niet gebonden aan de Oostenrijkse beroepsethiek.

WAARSCHUWINGEN

Beslissingen van het scheidsgerecht

36 Is het bij gebreke van overeenstemming tussen partijen voldoende dat het scheidsgerecht beslist bij meerderheid van stemmen van al zijn leden of is eenparigheid van stemmen vereist? Wat zijn de gevolgen voor het vonnis indien een arbiter het oneens is?

Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, is het voldoende dat het arbitraal vonnis geldig is indien het door een meerderheid van de arbiters is gewezen en ondertekend. De meerderheid moet worden berekend op basis van alle benoemde arbiters en niet alleen van de aanwezige arbiters. Indien het scheidsgerecht voornemens is een beslissing te nemen over het arbitraal vonnis zonder dat al zijn leden aanwezig zijn, dient het de partijen vooraf van zijn voornemen op de hoogte te stellen (artikel 604 CDW).

Een arbitraal vonnis dat door een meerderheid van de arbiters is ondertekend, heeft dezelfde juridische waarde als een unaniem vonnis.

Oostenrijkse advocaten zijn gebonden aan de beroepsethiek wanneer zij optreden als raadsman bij arbitrages (ongeacht of zij in Oostenrijk of in het buitenland worden vastgehouden). Buitenlandse advocaten die in Oostenrijk in arbitrages optreden, zijn niet gebonden aan de Oostenrijkse beroepsethiek.

Afwijkende meningen

37 Hoe gaat uw nationale arbitragewet om met afwijkende meningen?

De wet zwijgt over afwijkende meningen. Er bestaat een controverse over de toelaatbaarheid van deze meningen in een arbitrageprocedure.

In een recente zaak over de tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis heeft de Hoge Raad gesteld dat de eis om het afwijkende oordeel bij het vonnis van het scheidsgerecht te voegen (een dergelijke eis was opgenomen in het toepasselijke arbitragereglement), geen strenge eis is in het kader van het tenuitvoerleggingsrecht.

Oostenrijkse advocaten zijn gebonden aan de beroepsethiek wanneer zij optreden als raadsman bij arbitrages (ongeacht of zij in Oostenrijk of in het buitenland worden vastgehouden). Buitenlandse advocaten die in Oostenrijk in arbitrages optreden, zijn niet gebonden aan de Oostenrijkse beroepsethiek.

Vorm- en inhoudsvereisten

38 Welke vorm- en inhoudsvereisten bestaan er voor een onderscheiding?

Een arbitraal vonnis moet schriftelijk worden gewezen en door de arbiter of arbiters worden ondertekend. Tenzij de partijen anders overeenkomen, volstaat de handtekening van een meerderheid van de arbiters. In dat geval dient de reden voor het ontbreken van enkele handtekeningen van de arbiters te worden toegelicht.

Tenzij de partijen anders zijn overeengekomen, dient het vonnis ook de wettelijke redenering te vermelden waarop het is gebaseerd, en de dag en plaats aan te geven waarop het vonnis is gewezen.

Op verzoek van een van de partijen bij de arbitrage moet het vonnis de bevestiging van de uitvoerbaarheid ervan bevatten.

Termijn voor toekenning

39 Moet de uitspraak binnen een bepaalde termijn worden gedaan volgens uw nationale arbitragewet of volgens de regels van de hierboven genoemde nationale arbitrage-instellingen?

Het staatsrecht voorziet niet in een specifieke termijn waarbinnen een arbitraal vonnis moet worden gewezen.

Datum van toekenning

40 Voor welke termijnen is de datum van het vonnis beslissend en voor welke termijnen is de datum van de overhandiging van het vonnis beslissend?

Volgens het staatsrecht is de datum van uitvaardiging van het vonnis relevant voor zowel een verzoek aan het scheidsgerecht om correctie of interpretatie van het vonnis, of beide, of om een aanvullende uitspraak te doen (zie vraag 45) als voor een eventuele betwisting van het vonnis voor de rechtbanken (zie vraag 46). Indien het scheidsgerecht het vonnis zelf corrigeert, gaat de termijn van vier weken voor een dergelijke correctie in vanaf de datum van het vonnis (artikel 610, lid 4, CCP).

Soorten onderscheidingen

41 Welke soorten vonnissen zijn mogelijk en welke vormen van genoegdoening kan het scheidsgerecht toekennen?

De volgende soorten vonnissen zijn gebruikelijk onder het arbitragerecht:

  • toekenning over de jurisdictie;
  • Tussentijdse prijs;
  • gedeeltelijke toekenning;
  • uiteindelijke gunning;
  • toekenning van een vergoeding voor de kosten; en
  • Wijzigingsprijs.

Beëindiging van de procedure

42 Op welke andere wijze dan bij vonnis kan een procedure worden beëindigd?

Een arbitrageprocedure kan worden beëindigd:

  • als de eiser zijn claim intrekt;
  • indien de eiser zijn vordering niet binnen de door het gerecht vastgestelde termijn indient (artikelen 597 en 600 van de CCP);
  • met wederzijdse instemming van de partijen, door middel van een schikking (artikel 605 van de CCP); en
  • indien de voortzetting van de procedure onuitvoerbaar is geworden (artikel 608, lid 2, punt 4, van de CCP).

Er zijn geen formele vereisten voor een dergelijke beëindiging.

Kostentoerekening en -terugwinning

43 Hoe worden de kosten van de arbitrale procedure bij arbitrale uitspraak verdeeld? Welke kosten kunnen worden teruggevorderd?

Wat de kosten betreft, beschikken arbitragetribunalen over een ruimere discretionaire bevoegdheid en zijn zij in het algemeen liberaler dan de rechtbanken. Het scheidsgerecht beschikt over een beoordelingsmarge bij de toewijzing van de kosten, maar moet rekening houden met de omstandigheden van de zaak, in het bijzonder de uitkomst van de procedure. Als vuistregel geldt dat de kosten de gebeurtenis volgen en ten laste komen van de in het ongelijk gestelde partij, maar het scheidsgerecht kan ook tot andere conclusies komen als dat gezien de omstandigheden van het geval passend is.

Wanneer de kosten niet met elkaar worden verrekend, moet het scheidsgerecht, voor zover mogelijk, tegelijk met de beslissing over de aansprakelijkheid voor de kosten, ook het bedrag van de te vergoeden kosten vaststellen.

In het algemeen zijn advocatenkosten berekend op basis van uurtarieven ook terugvorderbaar.

Er zijn geen formele vereisten voor een dergelijke beëindiging.

Belangstelling

44 Kan over de hoofdvordering en over de kosten rente worden berekend, en zo ja, hoe hoog?

Een scheidsgerecht zal in de meeste gevallen rente voor de gevorderde hoofdsom toekennen indien dit is toegestaan volgens het toepasselijke materiële recht. Volgens de wet bedraagt de wettelijke rente voor civielrechtelijke vorderingen 4 procent. Indien beide partijen ondernemers zijn en het verzuim verwijtbaar is, zou een variabele rentevoet, die om de zes maanden door de Oostenrijkse Nationale Bank wordt gepubliceerd, van toepassing zijn. Momenteel bedraagt deze 8,58 procent. Voor wissels geldt een rentevoet van 6%.

De toerekening en vergoeding van kosten in arbitrageprocedures zijn geregeld in artikel 609 van de CCP. Er is echter niet bepaald of er rente kan worden toegekend voor de kosten, en het is dus aan het scheidsgerecht om te beslissen.

In het algemeen zijn advocatenkosten berekend op basis van uurtarieven ook terugvorderbaar.

Er zijn geen formele vereisten voor een dergelijke beëindiging.

PROCEDURE NA DE UITREIKING VAN DE PRIJS

Interpretatie en correctie van beloningen

45 Is het scheidsgerecht bevoegd om een arbitraal vonnis op eigen initiatief of op initiatief van de partijen te corrigeren of te interpreteren? Welke termijnen zijn van toepassing?

De partijen kunnen het scheidsgerecht verzoeken om correctie (van reken-, type- of schrijffouten), om opheldering of om een aanvullende uitspraak (indien het scheidsgerecht niet alle vorderingen heeft behandeld die in het arbitraal geding aan hem zijn voorgelegd). De termijn voor dit verzoek bedraagt vier weken vanaf de betekening van het vonnis, tenzij de partijen anders zijn overeengekomen. Het scheidsgerecht heeft ook het recht om het vonnis uit eigen beweging te verbeteren binnen vier weken (een aanvullend vonnis binnen acht weken) na de datum waarop het vonnis is gewezen.

In het algemeen zijn advocatenkosten berekend op basis van uurtarieven ook terugvorderbaar.

Er zijn geen formele vereisten voor een dergelijke beëindiging.

Uitdaging van awards

46 Hoe en op welke gronden kunnen beloningen worden aangevochten en vernietigd?

Rechtbanken zijn niet bevoegd om een arbitraal vonnis op zijn merites te toetsen. Tegen een arbitraal vonnis is geen beroep mogelijk. Het is echter wel mogelijk een rechtsvordering in te stellen tot vernietiging van een arbitraal vonnis (zowel vonnissen over rechtsgebieden als vonnissen over de grond van de zaak) op zeer specifieke, enge gronden, namelijk:

  • het scheidsgerecht heeft de bevoegdheid aanvaard of geweigerd, hoewel er geen arbitrageovereenkomst of een geldige arbitrageovereenkomst bestaat;
  • een partij niet in staat was een arbitrageovereenkomst te sluiten volgens het recht dat op die partij van toepassing is;
  • een partij niet in staat was haar zaak voor te leggen (zo werd zij niet naar behoren op de hoogte gesteld van de benoeming van een arbiter of van de arbitrageprocedure);
  • het vonnis aangelegenheden betreft die niet zijn voorzien in of niet vallen onder de bepalingen van de arbitrageovereenkomst, of aangelegenheden betreft die verder gaan dan de in de arbitrage gevorderde genoegdoening - indien dergelijke gebreken betrekking hebben op een deel van het vonnis dat kan worden gescheiden, moet dit deel worden vernietigd;
  • de samenstelling van het scheidsgerecht was niet in overeenstemming met de artikelen 577 tot en met 618 van de CCP of met de overeenkomst tussen de partijen;
  • de arbitrageprocedure niet of niet in overeenstemming is met de fundamentele beginselen van het Oostenrijkse rechtsstelsel (openbare orde); en
  • indien de vereisten om een zaak van een nationale rechtbank te heropenen overeenkomstig artikel 530, lid 1, nrs. 1 tot en met 5, van de CCP zijn vervuld, bijvoorbeeld:

Verder kan een partij ook een verklaring van het al dan niet bestaan van een arbitraal vonnis aanvragen.

Niveaus van aantrekkingskracht

47 Hoeveel beroepsmogelijkheden zijn er? Hoe lang duurt het in het algemeen voordat op elk niveau uitspraak wordt gedaan over een beroep? Welke kosten worden op elk niveau ongeveer gemaakt? Hoe worden de kosten over de partijen verdeeld?

In plaats van drie procedurele niveaus (de rechtbank van eerste aanleg, het hof van beroep en de Hoge Raad) is artikel 615 van de CCP gewijzigd, zodat de beslissing over een vordering die een arbitraal vonnis aanvecht door slechts één rechterlijke instantie wordt genomen (d.w.z. de beslissing wordt door slechts één rechterlijke instantie genomen en er kan geen beroep tegen worden aangetekend).

Artikel 616, lid 1, WvS bepaalt dat de procedure die volgt op een vordering waarbij een arbitraal vonnis wordt aangevochten - of een vordering betreffende de verklaring over het al dan niet bestaan van een arbitraal vonnis - dezelfde is als die welke wordt gevoerd voor een rechtbank van eerste aanleg. Dit betekent in feite dat de Hoge Raad dezelfde procedureregels moet toepassen als een rechtbank van eerste aanleg (bijvoorbeeld in het kader van de bewijsvoering).

  • indien de vereisten om een zaak van een nationale rechtbank te heropenen overeenkomstig artikel 530, lid 1, nrs. 1 tot en met 5, van de CCP zijn vervuld, bijvoorbeeld:

Verder kan een partij ook een verklaring van het al dan niet bestaan van een arbitraal vonnis aanvragen.

Erkenning en handhaving

48 Welke eisen gelden voor de erkenning en tenuitvoerlegging van binnen- en buitenlandse vonnissen, op welke gronden kan erkenning en tenuitvoerlegging worden geweigerd en wat is de procedure?

Binnenlandse arbitrale vonnissen zijn op dezelfde manier uitvoerbaar als binnenlandse vonnissen.

Buitenlandse vonnissen kunnen ten uitvoer worden gelegd op basis van bilaterale of multilaterale verdragen die Oostenrijk heeft geratificeerd - het Verdrag van New York is veruit het belangrijkste rechtsinstrument. Het algemene beginsel dat de wederkerigheid van de tenuitvoerlegging moet worden gewaarborgd door een verdrag of een decreet, blijft dus van toepassing (in tegenstelling tot de respectieve bepalingen van de UNCITRAL-modelwet).

De tenuitvoerleggingsprocedures zijn in wezen dezelfde als voor buitenlandse vonnissen.

Termijnen voor de tenuitvoerlegging van arbitrale vonnissen

49 Is er een verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van scheidsrechterlijke uitspraken?

Er geldt geen verjaringstermijn voor het starten van een handhavingsprocedure. Het is echter raadzaam om de wettelijke verjaringstermijn van 30 jaar die van toepassing is op procedures voor de tenuitvoerlegging van rechterlijke beslissingen naar analogie toe te passen.

Buitenlandse vonnissen kunnen ten uitvoer worden gelegd op basis van bilaterale of multilaterale verdragen die Oostenrijk heeft geratificeerd - het Verdrag van New York is veruit het belangrijkste rechtsinstrument. Het algemene beginsel dat de wederkerigheid van de tenuitvoerlegging moet worden gewaarborgd door een verdrag of een decreet, blijft dus van toepassing (in tegenstelling tot de respectieve bepalingen van de UNCITRAL-modelwet).

De tenuitvoerleggingsprocedures zijn in wezen dezelfde als voor buitenlandse vonnissen.

Handhaving van buitenlandse onderscheidingen

50 Hoe staat de nationale rechter tegenover de tenuitvoerlegging van buitenlandse scheidsrechterlijke uitspraken die door de rechter van de plaats van arbitrage zijn vernietigd?

Op grond van artikel 5 van het Verdrag van New York kan de erkenning en tenuitvoerlegging van een buitenlands arbitraal vonnis worden geweigerd indien het vonnis is vernietigd of opgeschort door de bevoegde autoriteit van het land waar of krachtens de wetgeving waarvan dat vonnis is gewezen.

Oostenrijk is een land dat partij is bij het Verdrag van New York en de Oostenrijkse rechtbanken zouden daarom in het algemeen de tenuitvoerlegging van een dergelijk vonnis weigeren. Indien een vonnis echter is vernietigd omdat het in strijd is met de openbare orde op de plaats van de arbitrage, moeten de Oostenrijkse rechtbanken beoordelen of het vonnis ook in strijd is met de openbare orde in Oostenrijk. Indien het vonnis niet in strijd is met de Oostenrijkse openbare orde, zouden de Oostenrijkse rechtbanken een dergelijk vonnis waarschijnlijk ten uitvoer leggen.

Tenuitvoerlegging van de besluiten door de noodhulpscheidsrechters

51 Voorzien uw nationale arbitragewetgeving, jurisprudentie of de regels van binnenlandse arbitrage-instellingen in de tenuitvoerlegging van beslissingen van noodarbiters?

Artikel 45 van de Weense regelgeving voorziet in een versnelde procedure. Er zijn echter geen specifieke regels voor de tenuitvoerlegging van bevelen die in dergelijke procedures door spoedarbitrages zijn uitgevaardigd. Hetzelfde geldt voor de nationale arbitragewetgeving (met inbegrip van de jurisprudentie).

Kosten van de handhaving

52 Welke kosten zijn verbonden aan de tenuitvoerlegging van vonnissen?

De winnende partij heeft het recht om de advocatenkosten van de tegenpartij terug te vorderen overeenkomstig de Oostenrijkse wet op de advocatenkosten (een honorariumschema op basis van het betwiste bedrag).

De gerechtskosten zijn ook gebaseerd op het bedrag van het geschil. Indien de hoofdsom van de ten uitvoer gelegde schuldvordering bijvoorbeeld 1 miljoen euro bedraagt, bedraagt het griffierecht voor de tenuitvoerlegging tegen roerende goederen ongeveer 2 500 euro; indien de tenuitvoerlegging tegen onroerende goederen is gericht, bedraagt het griffierecht ongeveer 23 000 euro.

OVERIGE

Invloed van juridische tradities op arbiters

53 Welke dominante kenmerken van uw rechtsstelsel zouden van invloed kunnen zijn op een arbiter uit uw rechtsgebied?

In civiele en handelsprocedures is er geen door de rechter gelaste discovery, en de mogelijkheden om een rechterlijk bevel te verkrijgen dat voorziet in de overlegging van documenten door de wederpartij zijn eerder beperkt. In arbitrageprocedures is er geen tendens naar discovery naar Amerikaans model, maar arbiters kunnen een bepaalde hoeveelheid documenten laten overleggen, afhankelijk van de toepasselijke arbitrageregels en de overeenkomst tussen de partijen. Schriftelijke getuigenverklaringen zijn gebruikelijk in arbitrageprocedures. De IBA-regels worden steeds populairder in arbitrageprocedures.

Professionele of ethische regels

54 Zijn er in uw rechtsgebied specifieke beroeps- of ethische regels van toepassing op raadslieden en arbiters in internationale arbitrage? Weerspiegelen (of weerspreken) de beste praktijken in uw rechtsgebied de IBA-richtsnoeren inzake partijvertegenwoordiging in internationale arbitrage?

Er zijn geen specifieke ethische regels voor het gedrag van arbiters. De Oostenrijkse beroepscode voor advocaten is van toepassing op alle leden van de Oostenrijkse Orde van Advocaten, ook wanneer zij als raadsman of scheidsrechter optreden.

Financiering door derden

55 Is financiering van arbitrale vorderingen door derden in uw rechtsgebied onderworpen aan wettelijke beperkingen?

Financiering door derden is in Oostenrijk gemeengoed geworden. De financier dekt de procedurekosten en ontvangt een deel van het terugverdiende bedrag. Over de geldigheid van dergelijke regelingen is nog geen beslissing genomen door het Hooggerechtshof. Het is niet geheel duidelijk of en in hoeverre het verbod voor advocaten om procentueel honorarium te accepteren ook van toepassing zou kunnen zijn op een dergelijke financiering.

Regulering van de activiteiten

56 Welke bijzonderheden bestaan er in uw rechtsgebied waarvan een buitenlandse beroepsbeoefenaar op de hoogte moet zijn?

Volgens de belastingwetgeving (uitvoeringsverordeningen (EG) nr. 1798/2003 en nr. 143/2008) hoeven in Oostenrijk gevestigde scheidsrechters geen btw in rekening te brengen als de terugwerkende partij een "belastingplichtige" is in de zin van deze verordening en haar zetel van vestiging buiten Oostenrijk, maar in de Europese Unie heeft.

UPDATE EN TRENDS

Wetgevingshervorming en arbitrage bij investeringsverdragen

57 Zijn er opkomende tendensen of hete hangijzers in arbitrage in uw land? Wordt de arbitragewetgeving van uw land momenteel herzien? Worden de regels van de hierboven genoemde binnenlandse arbitrage-instellingen momenteel herzien? Zijn er recentelijk bilaterale investeringsverdragen beëindigd? Zo ja, welke? Is er een voornemen om een van deze bilaterale investeringsverdragen te beëindigen? Zo ja, welke? Wat zijn de belangrijkste recente beslissingen op het gebied van internationale investeringsarbitrage waarbij uw land partij was? Zijn er hangende investeringsarbitragezaken waarbij het land waarover u rapporteert partij is?

Op 1 januari 2018 is een nieuwe versie van het VIAC-reglement van arbitrage en bemiddeling in werking getreden, waarin onder meer de volgende nieuwe elementen zijn opgenomen:

  • VIAC beheert nu ook zuiver binnenlandse zaken;
  • alle nieuwe procedures worden beheerd via een elektronisch casemanagementsysteem; en
  • het Weense reglement bepaalt nu uitdrukkelijk dat arbiters en partijen alsmede hun vertegenwoordigers de procedure op efficiënte en kosteneffectieve wijze voeren; hiermee kan ook rekening worden gehouden bij de vaststelling van het honorarium en de kosten van de arbiters.

Coronavirus

58 Welke noodwetgeving, hulpprogramma's en andere initiatieven die specifiek zijn voor uw praktijkgebied heeft uw staat ingevoerd om de pandemie aan te pakken? Zijn er bestaande overheidsprogramma's, wetten of voorschriften gewijzigd om deze problemen aan te pakken? Welke beste praktijken zijn aan te bevelen voor cliënten?

De gestage toename van covid-19-infecties heeft op het moment van schrijven wereldwijd in totaal 655.112 doden geëist (bron: WHO). Het wereldwijde bereik ervan heeft ontegensprekelijk en onherroepelijk het leven zoals wij het kennen veranderd, waarbij geen industrie, economie of persoonlijke interactie onaangeroerd is gebleven. Internationale bevoorradingsketens zijn onderbroken, de wereldhandel is gedestabiliseerd en de beurzen zijn gekelderd

Terwijl sommige regeringen ervoor hebben gekozen de zaken te hervatten door maatregelen te nemen om onder meer kleuterscholen en lagere scholen weer open te stellen en reisbeperkingen op te heffen, hebben andere hun bezorgdheid geuit over het versoepelen of zelfs afschaffen van de beheersingsmaatregelen in het licht van het reële risico van het ontketenen van een nieuwe golf van massale besmettingen. Ongeacht de beleidsoverwegingen die aan deze uiteenlopende maatregelen ten grondslag liggen, blijft het echter onzeker wanneer een volledige en veilige hervatting van de economische activiteiten kan worden verwacht.

Aangezien tal van zakenrelaties hun dienstverplichtingen niet kunnen nakomen, heeft de pandemie aanleiding gegeven tot een reeks juridische vragen over de vraag of en in welke mate contractuele vorderingen afdwingbaar zijn en wie de economische gevolgen moet dragen bij gebreke van een duidelijk aanwijsbare schuld. Hoewel het misplaatst zou zijn om vooruit te lopen op de gevolgen van de coronaviruscrisis voor de internationale arbitrage, kan de impact tot dusver niet worden ontkend. Arbitragezittingen zijn uitgesteld en internationale conferenties afgelast. Met tegenstrijdige richtlijnen die van toepassing zijn op verschillende locaties van partijen, arbiters en getuigen, blijft bezorgdheid bestaan over de vraag hoe hoorzittingen in de nabije toekomst veilig kunnen worden gehouden. Aangezien velen vrezen dat het virus endemisch kan worden en niet-medische interventies, zoals sociale distantiëring, naar verwachting in de nabije toekomst van kracht zullen blijven, zijn nieuwe wegen nodig om nieuwe juridische uitdagingen het hoofd te bieden. Op dit punt kan arbitrage, doordat gebruik wordt gemaakt van online-instrumenten, de nodige flexibiliteit bieden die in deze ongekende tijden nodig is.

Hierna zal worden ingegaan op de gevolgen en uitdagingen van covid-19 voor arbiters. Er zal worden ingegaan op de bepalingen van het Oostenrijkse rechtsstelsel en er zullen methoden en mogelijke oplossingen worden geschetst voor het houden van arbitragezittingen in de context van covid-19.

Het Oostenrijkse antwoord

In een poging om eeuwige vertragingen te voorkomen, hebben vooraanstaande arbitrage-instellingen een aantal alternatieve maatregelen voorgesteld voor het voeren van een arbitrageprocedure.

Teneinde het aantal mogelijke verstoringen tot een minimum te beperken, die nog worden verergerd door diegenen die zich aan de arbitraire verantwoordelijkheid trachten te onttrekken, werden en worden de institutionele richtsnoeren regelmatig bijgewerkt. De reacties waren zeer uiteenlopend, waarbij velen hun toevlucht namen tot virtuele vergaderingen, telefonische conferenties en nieuwe kanalen voor de indiening van documenten en verzoeken tot indiening.

Het voeren van een arbitrale procedure zonder hoorzitting in persoon is een fundamentele afwijking van wat lange tijd als een onmisbaar element van een eerlijke rechtsbedeling is beschouwd.

De Oostenrijkse rechterlijke macht heeft de noodzaak van een dergelijke herziene benadering ingezien door nieuwe strategieën vast te stellen die afwijken van gevestigde tradities en vertrouwde technieken die voorheen als instrumenteel voor arbitrale procedures werden beschouwd.

Op 25 maart 2020 heeft de Oostenrijkse regering de Oostenrijkse federale wet inzake Covid-19-maatregelen voor het justitiële stelsel vastgesteld, die tot en met 31 december 2020 van kracht zal blijven. Het eerste deel ervan bevat regels betreffende burgerlijke zaken, waarbij de nadruk ligt op de stuiting van procestermijnen en de schorsing van termijnen om een procedure in te leiden, waaronder de verjaringstermijn. Maar het is vooral de invoering van beperkingen voor mondelinge procedures en betekening en kennisgeving van stukken die de aandacht verdient. Afgezien van de reeds ingevoerde beperkingen van de bewegingsvrijheid, mogen mondelinge hoorzittingen alleen worden gehouden als de uiterste noodzaak kan worden aangetoond. Elke vorm van communicatie dient te verlopen via technologische middelen, of het nu gaat om telefoon of videoconferentie, terwijl de fysieke overdracht van documenten via de post dient te geschieden en alleen in spoedeisende gevallen mag worden gebruikt. Het elektronisch systeem voor het indienen van gerechtelijke stukken blijft volledig operationeel. De wet biedt ook informatie over de gevolgen van een mogelijke stopzetting van de gerechtelijke diensten die door Oostenrijkse rechtbanken worden verleend (sectie 4), de gevolgen van wanbetaling uit hoofde van sectie 156(a), lid 1 van de Oostenrijkse Insolventiewet (sectie 5), verlengingen van fusiecontroletermijnen (sectie 6), voorschotten op onderhoudsverplichtingen (sectie 7) en bevoegdheden van de minister van Justitie (sectie 8).

Hoewel arbitrageprocedures zijn vrijgesteld van de bepalingen van de wet, beschikken arbiters en scheidsgerechten over aanzienlijke vrijheden om te bepalen hoe de belangen van de belanghebbenden in hangende arbitrages doeltreffend kunnen worden afgewogen. Het Weens Internationaal Arbitraal Centrum (VIAC) had aanvankelijk aangekondigd dat alle indieningen bij en communicatie met zijn kantoren tot nader order uitsluitend langs elektronische weg zouden worden afgehandeld. De onlangs gepubliceerde praktische checklist voor hoorzittingen op afstand biedt een nuttig referentiepunt voor de voorbereidende maatregelen waarmee rekening moet worden gehouden bij het plannen van dergelijke hoorzittingen. Juridische aangelegenheden zoals het risico van mogelijke betwisting van het vonnis en het recht om te worden gehoord en gelijk te worden behandeld, worden ook behandeld in een onlangs gepubliceerd artikel dat op de website beschikbaar is gesteld; om een grotere samenwerking tussen juridische, proces- en technologieprofessionals aan te moedigen, is het PlatformsProtocol gelanceerd voor openbare raadpleging tot 31 augustus; en sinds 30 mei kunnen hoorzittingen in de VIAC-gebouwen worden hervat, maar de beschikbaarheid van zalen blijft beperkt.

Voorts blijft de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) vooruitgang boeken in afwachting van arbitrages, waarbij haar secretariaat en ADR-centrum volledig operationeel blijven. Net als LCIA en HKIAC wordt echter geadviseerd om alle communicatie elektronisch te laten verlopen. Aanbevolen maatregelen om ervoor te zorgen dat geschillen op een kosteneffectieve, eerlijke en snelle manier worden beslecht, zijn beschikbaar gesteld via de richtsnoeren van het ICC.

Gezien de recente toename van het aantal coronavirus-zaken is een afname van het aantal rechtszaken en arbitrages niet te verwachten. Het is veeleer waarschijnlijk dat er nieuwe vorderingen zullen ontstaan, niet in de laatste plaats met betrekking tot internationale doorvoer, privacy van gegevens, biotechnologie, verzekeringen, werkgelegenheid en commerciële en investeringsgeschillen. Bovendien zullen de gevolgen van nationaal geïmplementeerde noodmaatregelen leiden tot nieuwe juridische kwesties met betrekking tot inbreuken, prestaties en vrijstelling van aansprakelijkheid, alsook met betrekking tot de voorzienbaarheid, de redelijkheid, het verlies, de schade en de plicht om de gevolgen te verzachten.

Voorts blijft de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) vooruitgang boeken in afwachting van arbitrages, waarbij haar secretariaat en ADR-centrum volledig operationeel blijven. Net als LCIA en HKIAC wordt echter geadviseerd om alle communicatie elektronisch te laten verlopen. Aanbevolen maatregelen om ervoor te zorgen dat geschillen op een kosteneffectieve, eerlijke en snelle manier worden beslecht, zijn beschikbaar gesteld via de richtsnoeren van het ICC.

Gezien de recente toename van het aantal coronavirus-zaken is een afname van het aantal rechtszaken en arbitrages niet te verwachten. Het is veeleer waarschijnlijk dat er nieuwe vorderingen zullen ontstaan, niet in de laatste plaats met betrekking tot internationale doorvoer, privacy van gegevens, biotechnologie, verzekeringen, werkgelegenheid en commerciële en investeringsgeschillen. Bovendien zullen de gevolgen van nationaal geïmplementeerde noodmaatregelen leiden tot nieuwe juridische kwesties met betrekking tot inbreuken, prestaties en vrijstelling van aansprakelijkheid, alsook met betrekking tot de voorzienbaarheid, de redelijkheid, het verlies, de schade en de plicht om de gevolgen te verzachten.

Te overwegen opties

Aangezien veel partijen hun zakelijke relaties moeten herstellen met behulp van andere methoden dan de strikte handhaving van contractuele bepalingen, zijn geschillenbeslechtingsprocedures zoals arbitrage een aantrekkelijke optie. In het licht van de covid-19-pandemie zijn nieuwe innovatieve opties nodig om ervoor te zorgen dat partijen de kans krijgen hun zaak volledig te presenteren. De volgende methoden zijn het overwegen waard:

  • Het verdagen van hoorzittingen in persoon totdat dergelijke procedures weer veilig zijn bevonden. Hoewel deze optie partijen in staat stelt te voorkomen dat zij de nodige regelingen moeten treffen voor een hoorzitting op afstand, blijft het onduidelijk hoe lang de huidige beperkingen zullen duren. Nu veel bedrijven al onder zware druk staan als gevolg van onzekere of stagnerende kasstromen, is dit wellicht geen haalbare optie.
  • Het geschil op papier te laten beslechten. Deze methode kan nuttig blijken te zijn voor kwesties die minder afhankelijk zijn van feitelijk bewijs en kruisverhoor. Maar zelfs dan zou het gebruik van deze methode de termijnen voor definitieve en tussentijdse uitspraken slechts gedeeltelijk verkorten en de partijen ertoe kunnen aanzetten sneller tot een vergelijk te komen.
  • Verdeel de vorderingen, maar laat sommige ervan over aan arbitrage. Deze benadering leent zich voor zaken met afzonderlijke vorderingen.
  • Het houden van een hoorzitting op afstand. Gezien de logistieke coördinatie die vereist is bij de planning van hoorzittingen op afstand, moeten partijen ervoor zorgen dat er een beveiligde internetverbinding beschikbaar is en dat zij toegang hebben tot de nodige documenten en de vereiste software of hardware. Voorts dienen zij rekening te houden met de zittingsduur, de tijdzones en de duur van de procedure, alsmede met de mogelijkheid om afzonderlijke virtuele ruimten te creëren voor een vlotte communicatie tussen arbiters en juridische teams. Partijen zouden moeten overwegen gebruik te maken van de aanbevelingen in het Protocol van Seoel inzake videoconferenties in internationale arbitrage, dat een breed scala van praktische aspecten bestrijkt om de procedurele billijkheid te waarborgen. Deze optie is ook door de Kamer van Koophandel en Industrie van de Russische Federatie erkend als een levensvatbaar alternatief en is in overeenstemming met artikel 25, lid 2, van het ICC-Reglement van Arbitrage 2017.

Aangezien reeds veelvuldig gebruik wordt gemaakt van videoconferentietechnologie, zal dit waarschijnlijk geen gevolgen hebben voor de beraadslagingen van de partijen. Bundels van hoorzittingen kunnen elektronisch beschikbaar worden gesteld en zullen het werk van beroepsbeoefenaars vergemakkelijken dankzij de kruisverwijzingen met hyperlinks en het feit dat nieuwe documenten onmiddellijk beschikbaar kunnen worden gesteld. Evenzo kunnen scheidsrechterlijke uitspraken via e-mail worden afgeleverd, hoewel de toezending van het origineel en gewaarmerkte afschriften aan de partijen in een later stadium kan plaatsvinden. Niettemin zijn elektronische handtekeningen een dagelijkse realiteit geworden in zakelijke transacties en geven zij dus geen aanleiding tot bezorgdheid. Wat onduidelijk blijft, is of het forum waar de respectieve arbitrage moet plaatsvinden, zal toestaan dat wordt afgeweken van de formaliteiten van hoorzittingen in persoon en traditionele procedures voor de afgifte van documenten. Op dit punt wordt partijen geadviseerd om met hun raadsman te overleggen hoe zij het beste te werk kunnen gaan voordat zij overgaan tot arbitrage op afstand. Gezien de toenemende afhankelijkheid van online communicatiemiddelen is het onder meer van essentieel belang dat een veilig videoconferentieprogramma met end-to-endencryptie wordt gebruikt en dat virtuele hoorzalen strikt worden beperkt tot toegewezen deelnemers

Partijen dienen zich te beraden op aanbevolen methoden om bij het voeren van internationale arbitrageprocedures te voldoen aan een hoog niveau van onlinebeveiliging en aan verplichtingen op het gebied van gegevensbescherming en privacy. Daartoe kunnen zij verwijzen naar de voorzorgsrichtsnoeren in het Cybersecurityprotocol 2020 voor internationale arbitrage, de ICC-IBA-routekaart naar gegevensbescherming in internationale arbitrage, het ICCA-NYC Bar-CPR-protocol inzake cyberbeveiliging in internationale arbitrage, alsook het protocol van de Afrikaanse Academie inzake virtueel horen in Afrika.

Hoe gaan we nu verder?

Gezien de onvermijdelijke toevloed van gevallen die naar verwachting zal ontstaan als gevolg van de gebeurtenissen sinds de uitbraak, blijft het van het grootste belang dat claims worden ingediend zodra de nodige feiten kunnen worden vastgesteld. Aangezien de arbitrage-instellingen hebben aangegeven dat zij van plan zijn hun werkzaamheden voort te zetten, is het verstandig dat de belanghebbenden hun arbitrageopties zorgvuldig en snel afwegen. Particuliere partijen worden ook in de gelegenheid gesteld om bestaande contractuele bepalingen te herzien en te overwegen om het gebruik van technologische hulpmiddelen op te nemen in de procedureregels van hun arbitrageovereenkomsten. Aangezien er grote onzekerheid bestaat over de duur en de maatregelen die worden genomen om de verspreiding van het virus tegen te gaan, is het voor partijen van cruciaal belang om een noodplan op te stellen voor het geval fysieke hoorzittingen in de komende weken of maanden geen haalbare optie zijn. Hoewel de voortgang van de zaak wellicht trager verloopt, is het gebruik van elektronische hulpmiddelen voor het indienen van documenten, communicatie en correspondentie in het verleden een succesvolle optie gebleken, die nu moet worden uitgebreid.

Uiteindelijk vereist het welslagen van elke arbitrage een adequate voorbereiding, die op haar beurt afhangt van de specifieke omstandigheden van het geval en waarvoor geen allesomvattend kader kan bestaan. De weigering om zich aan deze veranderde omstandigheden aan te passen, louter op grond van het gemak van de gewoonten van de partijen, kan niet worden gerechtvaardigd in het licht van de huidige uitdagingen en gezondheidsrisico's die de epidemie met zich meebrengt. Aangezien uitstel van rechtspraak afstel is van rechtspraak, "moeten overheidsinstellingen zoals het Hof alles in het werk stellen om de continuïteit van de economie en de essentiële overheidsdiensten, waaronder de rechtspleging, te bevorderen". ( Capic v Ford Motor Company of Australia Limited (Adjournment) [2020] FCA 486; par. 5).

De dreiging die uitgaat van covid-19 is er een die de toewijding en inzet vereist van de leiders en de gezondheidszorg, maar zij is ook afhankelijk van de steun van de civiele samenleving. Als zodanig hebben zowel partijen, arbiters als wettelijke vertegenwoordigers een gedeelde plicht om de gevolgen van de epidemie tot een minimum te beperken en de verspreiding ervan een halt toe te roepen. De uitbraak van het virus heeft de bestaande arbitragepraktijken veranderd en zal dat ongetwijfeld blijven doen, en zal de deelnemers en belanghebbenden dwingen om het huidige systeem aan te passen, te overdenken en te verbeteren. Zij zal ook de drijvende kracht blijken te zijn achter de vooruitgang van gevestigde maar verouderde processen op een wijze die minder afhankelijk is van de strikte rituelen van de conventionele rechtspraktijk maar in plaats daarvan de tegenslagen van tijden zoals deze kan overstijgen

WET VERMELDE DATUM

Correct:

Vermeld de datum waarop de bovenstaande informatie juist is.